Wedstrijdinformatie

Hoe werkt het?

In tegenstelling tot het langebaanschaatsen is de tijd van een rijder niet van belang maar gaat het puur om de rit-klassering. Vier tot zes rijders starten tegelijk en de rijder die als eerste finisht wordt als winnaar aangewezen. De afstanden die verreden kunnen worden zijn de 222, 333, de 500 (4 ½ ronde), 1000 (9 ronden) en 1500 meter (13 ½ ronde). Afhankelijk van leeftijd en toernooi.

Filmpjes: 

 

Een wedstrijddag

Elke shorttrackwedstrijd is opgedeeld in diverse rondes, te beginnen met de heats (voorrondes). Hierbij zijn de rijders door loting ingedeeld in een aantal ritten. Afhankelijk van het aantal deelnemers worden tijdens een wedstrijd vier tot zes heats verreden. De rijders stappen vanuit de ‘heatbox’ (de wachtkamer zeg maar) het ijs op om aan hun race te beginnen.

Filmpjes over: 

 

Het All-final-systeem

De meeste wedstrijden (competitie en internationale toernooien) worden volgens het “all-final”-systeem gereden. Dat betekent dat elke rijder zich kwalificeert voor de volgende ronde en daarmee uiteindelijk elke rijder op zijn niveau een finale rijdt. De eerste twee rijders van een race plaatsen zich, ongeacht hun tijd, voor de bovenste helft van het kwalificatieschema van de volgende ronde (groep 1), soms aangevuld met een aantal tijdsnelste derden. De overige rijders gaan door naar de onderste helft (groep 2). In de halve finales gaan de eerste twee rijders van de ritten in groep één door naar de A-finale, de rest van de rijders rijden in de B-finale. In de A-finale kunnen rijders, afhankelijk van het aantal deelnemers, plaats 1 tot 4 op een afstand behalen. De B-finale is dan goed voor plaats 5 tot 8. Rijders uit groep 2 gaan op dezelfde manier door naar respectievelijk de C en D-finale.

Relay (team-aflossing)

Een ander favoriete wedstrijdonderdeel bij het shorttrack is de relay (aflossing). Hierbij rijden teams van drie of vier rijders tegen elkaar. Van elk team rijdt telkens één rijder een aantal ronden in de baan. Vervolgens komt de volgende rijder aan het einde van de bocht de baan in, waarna er afgewisseld wordt met een duw. Zo wisselen de rijders elkaar af, tot drie ronden voor het einde. De rijder die dan in de baan komt rijdt vervolgens de race uit. Diskwalificatie volgt als er niet zichtbaar gewisseld wordt of als er afgewisseld wordt in de laatste twee ronden.

Filmpje over de relay van schaatsen.nl.

Reglementen

Bij het shorttrack zijn er andere regels dan bij het langebaanschaatsen. Er wordt immers met meerdere rijders tegelijk in de baan gereden. Deze internationaal geldende regels zijn opgesteld door de Internationale Schaatsunie (ISU). Inhalen is toegestaan, binnendoor én buitenom. De verantwoordelijkheid voor botsingen ligt, mits de andere schaatser zich aan de reglementen houdt, bij de rijder die inhaalt. Schaatsers die een ronde achter komen te liggen mogen hun race vervolgen aan de buitenkant van de baan, zonder de rest van de rijders in de weg te rijden. Wordt hij of zij wederom ingehaald, dan moet de race worden verlaten als er geen rijders meer op een overbrugbare afstand rijden.

Tijdens wedstrijden wordt door een aantal juryleden (1 hoofdscheidsrechter en 4 assistent-scheidsrechters) op en rond de baan gelet op een correct verloop van een race. De onderstaande overtredingen zijn gedefinieerd:

·        Impeding: het opzettelijk blokkeren of hinderen van andere rijders met het lichaam, om zo te bewerkstelligen dat tegenstanders niet kunnen passeren of gedwongen zijn hun snelheid te verlagen.

·        Crosstrack: afwijken van de lijn die men volgt om zo het pad van een andere rijder te kruisen om zo te zorgen dat deze zijn snelheid moet verlagen.

·        Off-track: (een gedeelte van) de baan afsnijden met één of beide schaatsen, waardoor de gereden afstand korter wordt.

·        Kicking out: het, met name bij de finish, doelbewust optillen van de schaats, op een zodanige manier dat een gevaarlijke situatie ontstaat. Bij de finish komt dit veel voor doordat rijders hun been uitsteken om als eerste over de finishlijn te glijden.

·        Assistance: het op een zodanige manier geven of ontvangen van hulp tijdens de race, zodat rijders daar voordeel van ondervinden (geldt niet bij aflossingsraces).

 

Diskwalificatie

Bovenstaande overtredingen worden bestraft met een diskwalificatie, een penalty. Ook het twee maal veroorzaken van een valse start leidt tot diskwalificatie (deze regel gaat waarschijnlijk veranderen). Verder is het niet toegestaan om de verplichte beschermende kleding als helm of nekbeschermer los te maken of te verwijderen op de baan. Gediskwalificeerde rijders worden automatisch laatste in de rituitslag. Ze mogen bij een wedstrijd volgens het “all-final”-systeem (zie wedstrijdverloop) nog wel starten in een eventuele volgende ronde, maar worden naar de lagere helft van het kwalificatieschema geplaatst. Rijders die nadeel ondervinden van acties van andere rijders kunnen door de scheidsrechter alsnog toegevoegd worden aan de volgende ronde.

Leeftijdscategorieën

Internationaal worden rijders op basis van leeftijd ingedeeld in de onderstaande categorieën[7]. Als peildatum geldt 1 juli direct voorafgaand aan het betreffende seizoen.

·        Junior F: < 9 jaar

·        Junior E: 9 – 10 jaar

·        Junior D: 11 – 12 jaar

·        Junior C: 13 – 14 jaar

·        Junior B: 15 – 16 jaar

·        Junior A: 17 – 18 jaar

·        Neo-senioren: 19 – 20 jaar

·        Senioren: 21 – 39 jaar

·        Veteranen: > 39 jaar


Leden van Shorttrackclub Thialf kunnen meedoen aan verschillende soorten wedstrijden. Informatie over deze wedstrijden is te vinden via shorttrackonline en KNSB. Onze wedstrijdsecretaris stuurt ook mails/apps rond met wedstrijdinformatie. Opgave gebeurt ook bij de wedstrijdsecretaris. Voor de regio en de KNSB-cup heb je een helmcap met wedstrijdnummer nodig. Ook dit loopt via de wedstrijdsecretaris. Deelnemers moeten zich uiterlijk een half uur voor aanvang van de wedstrijd bij de wedstrijdleiding present melden.  

Er zijn verschillende soorten wedstrijden:

  1. Clubwedstrijden: staan open voor alle leden van de club.
  2. Regiowedstrijden: staan open voor alle rijders met een licentie. De regiocompetitie vindt voor alle categorieën plaats in de Gewesten Fryslân, Groningen en Oost.
  3. KNSB-cup: is de landelijke competitie voor junioren C en ouder. In het schaatsseizoen zijn er ongeveer zes wedstrijden verspreid door Nederland. De KNSB-cup wordt verreden in divisies waarbij alle rijders en rijdsters door elkaar zijn ingedeeld op basis van hun persoonlijke records op Nederlands ijs. Via de KNSB-cup kun je je plaatsen voor het Nederlands kampioenschap.
  4. Starclass competitie: is de west-Europese competitie vanaf D-junioren (novices). Voor deelname geldt een limiet (persoonlijke record). Het eindklassement bepaalt of je mee mag doen aan de Europese finale, waarin dan ook de beste rijders uit de Oost-Europese competitie starten.
  5. Losse toernooien en wedstrijden: elk shorttrackseizoen zijn er leuke landelijke en internationale wedstrijden waaraan je kunt meedoen. Informatie over deze wedstrijden staat in de zogenaamde announcements die op internet te vinden zijn en door de wedstrijdsecretaris worden gedeeld.
  6. Kampioenschappen e.d. zijn wedstrijden waarvoor je je moet plaatsen. Denk aan het NK, EK en WK en aan de Worldcups en bijvoorbeeld de Invitationcup.